In juni 1618 verscheen in Amsterdam het oudste nog bewaard gebleven exemplaar van een Nederlandse gedrukte krant: de Courante uyt Italien, Duytslandt, &c. De Republiek der Verenigde Nederlanden was daarmee een van de eerste landen waar een gedrukte krant werd gemaakt en verspreid. Sindsdien heeft Nederland vaker vooropgelopen op het gebied van media-innovatie. 

De Krant, een cultuurgeschiedenis is het eerste deel van een reeks boeken over de historische context van media-innovaties. Delen over De Radio en De Televisie zullen nog volgen. De Krant beschrijft de stormachtige opkomst van de krant als cultureel verschijnsel met economische betekenis in de 17de eeuw, de opkomst van scherpe opinies in kranten van de achttiende eeuw en het ontstaan van identiteiten in de moderne tijd. Aan bod komen onder andere het oorlogsverleden van kranten als De Telegraaf en Trouw, de groei van dikke, geïllustreerde kranten en de huidige overlevingsstrijd van kranten om zich aan te passen aan de digitale wereld vol met andere mediavormen. Zo wordt de geschiedenis van de relatie tussen journalistieke cultuur en publieke opinie zichtbaar, evenals waar de krant vandaag de dag staat.

In dit boek onder redactie van Huub Wijfjes en Frank Harbers zijn hoofdstukken opgenomen van Michiel van Groesen en Esther Baakman over de 17de eeuw, Joop Koopmans over de 18de eeuw, Remieg Aerts over begin 19de eeuw, Thomas Smits over de komst van krantenillustraties, Frank Harbers over het verzuilde tijdvak, Frank van Vree en Mariëtte Wolf over de Tweede Wereldoorlog, Huub Wijfjes en Pien van der Hoeven over de naoorlogse bloeiperiode en Marcel Broersma over de krant in de meest recente, digitale wereld.